Ieder pondje gaat door het mondje, klinkt het gezegde. Maar soms is er meer aan de hand. De methode van de voedingsopstellingen zou je inzicht helpen krijgen in de oorsprong van je eet- of gewichtsprobleem.

Redactrice Lynn van Goed Gevoel testte het uit.

Ik lust alles, eet graag en vaak ook te veel. Als kind noemden mijn tantes me al ‘Juf- frouw Toertjes’ en op bijna elk familiefeest wees mijn moeder me er (na de vijfde kippenbout) op ‘dat ik nu echt wel ge- noeg gegeten had’. Als te dik zou ik me- zelf niet omschrijven – mijn BMI is (net) gezond – maar met de kilo’s die gaande- weg aan mijn lijf bleven kleven, ben ik toch niet zo gelukkig. Mijn poging om wat af te slanken – misschien volgden jullie mijn parcours via de Facebookpagina van Goed Gevoel – lijkt wel de Processie van Echternach. Als gezondheidsjourna- liste wéét ik nochtans wel wat ik moet doen om kilo’s kwijt te spelen. Ik eet (redelijk) gezond en probeer regelmatig te sporten, maar als er een glas wijn, potje chips of pak friet in de buurt is, ben ik verloren. Mijn graaizucht haalt het dan telkens weer van mijn verstand. En een- maal geproefd van zalige zonden, verlies ik alle controle. Dat kleine potje chips wordt al snel het hele XL familiepak, een glas wijn een halve fles. Om mezelf dan vijf minuten later voor de kop te slaan. In alles wat ik doe leg ik de lat hoog, maar als het op eten aankomt, heb ik mezelf veel minder in de hand. Tijdens mijn zoektocht naar professionele begeleiding – misschien werkt een externe hand dwingender – stuit ik op de website van diëtiste Greet De Reys. Als Sanacoach helpt ze haar cliënten met het zeven- stappenplan van Sandra Bekkari op weg naar een gezonder gewicht. Maar haar begeleiding gaat verder. Via voedingsop- stellingen probeert ze de onderliggende oorzaken van gewichtsproblemen op te sporen. ‘Als je inspanningen om gezonder te leven geen resultaat opleveren, er iets lijkt tegen te werken of je gewicht op en neer blijft gaan, is er vaak meer aan de hand’, klinkt het. Kilo’s verliezen zonder het probleem aan de basis aan te pakken, werkt volgens de voedingscoach niet. Mijn interesse was meteen gewekt, een afspraak snel gemaakt.

VOEDINGSOPSTELLINGEN:

WIJ DEDEN DE TEST

Ik ontmoet Greet in groepspraktijk Het Kader in Ekeren. Ze vraagt me om mijn schoenen uit te doen en neemt me mee naar de consultatieruimte. Voor we van start gaan, wil ze graag weten waarmee ik worstel. Ik vertel haar over mijn strijd tegen de kilo’s die eigenlijk al sinds mijn veertiende woedt. Hoe ik toen al in mijn dagboek schreef: ‘Nu is het menens, ik ga op dieet.’ Elke week opnieuw. Hoe
mijn vriendinnen me dan op de speelplaats rondjes lieten lopen. Hoe ik als prille puber op vakantie van een Franstalig (rot)jong te horen kreeg dat ik cellulite
had, een woord dat ik nooit eerder gehoord had. Hoe ik enkele jaren later met mijn moeder als bondgenoot enthousiast begon te ‘montignaccen’. Hoe we thuis amper snoep in huis hadden, maar er als gekken op vlogen als er dan toch iets te
smikkelen viel … Maar dat blijkt niet de informatie te zijn waar Greet naartoe wil. Of ik één concrete vraag kan formuleren, vraagt ze me. Geen makkelijke opdracht. Maar dan schiet het me toch te binnen: ‘Hoe komt het dat ik wel weet
wat ik moet doen, maar het niet doe?’ Daarmee kunnen we wél van start.

Als eerste opdracht vraagt Greet me om een familiestamboom te tekenen. Hoe ziet mijn gezin eruit? Uit wat voor nest kom ik zelf en hoe was de gezinssituatie van mijn ouders? Ik licht de tekening toe. Onvermijdelijk komen enkele moeilijke gebeurtenissen in mijn leven al meteen ter sprake. Op mijn zesentwintigste gingen mijn ouders uit elkaar en zes maanden later stierf mijn zus in een verkeersongeval. Intussen zijn we negen jaar verder en heefl alles ‘een plaats’
gekregen, maar de dood van mijn zus zal altijd een litteken blijven. Misschien merkt Greet aan mijn lichaamshouding dat ik er niet te diep op wil ingaan. Ze stelt gelukkig niet al te veel vragen. Wel heeft ze in mijn relaas drie scharniermomenten ontdekt. Vervolgens vraagt ze me om drie kaartjes te nemen: eentje waarop ik ‘Lynn 14 jaar’ schrijf, een ander voor ‘Lynn 26 jaar’ en een derde voor de ‘Lynn van vandaag’. Die kaartjes mag ik ergens in de kamer neerleggen, op een plek en in een kijkrichting – ik moest er ook oogjes op tekenen – die voor mij goed aanvoelen. Dat voelen mag je trouwens letterlijk nemen, want ik moet op elk kaartje gaan staan om zo te ervaren of de positie klopt. Ik verplaats en draai de kaartjes tot mijn intuïtie zegt dat het goed is. Hoe voel ik me op de kaartjes? Hoe stond ik als veertienjarige, op mijn zesentwintigste en vandaag in het leven? Ik dacht het vandaag over mijn voedingsgewoonten te hebben, maar voedingsopstellingen gaan duidelijk verder dan dat. En dat is best confronterend. Ook voor mijn mama en zus worden kaartjes gemaakt. Op welke plek horen zij thuis in de ruimte? Wat later komen er nog drie kaartjes bij: voor mijn grootmoeder, grootvader en overgrootvader. Het klinkt misschien allemaal wat zweverig, maar op dat moment voelt het heel puur aan. Het is gek wat stilstaan bij de positie van het ene familielid ten opzichte van het andere allemaal losmaakt. Zo wil ik perse dat het kaartje van mijn zus naast mijn naam blijft liggen. En ook mijn moeder hoort in de buurt te zijn, een beetje boven haar twee dochters. Zonder veel woorden maakt de opstelling heel wat los. Het zoeken van de juiste opstelling vraagt tijd. Maar zodra de puzzel gelegd is, is een duidelijke opwaartse lijn merkbaar die mezelf met mijn moeder, grootvader en overgrootvader verbindt. ‘In hoeverre is je vraag ‘Ik weet wel wat ik moet doen, maar waarom doe ik het niet?’ van toepassing op je zus, moeder, grootvader en overgrootvader?’, vraagt Greet me. Voor ieder van hen kan ik een antwoord geven. Ieder op hun eigen manier hebben ook zij met die vraag geworsteld, realiseer ik me nu. Alleen over mijn overgrootvader weet ik niets te vertellen. Ik heb hem nooit gekend en herinner me geen verhalen over hem. Maar het zou best kunnen dat hij ook zijn bekommernissen had. Hoe dan ook, datgene waar ik tegenaan loop – mijn gebrek aan zelfcontrole – heel wellicht zijn wortels bovenaan de familiestamboom en is van de ene generatie op de andere doorgegeven, om uiteindelijk in mijn schoot te belanden. Dat dit de conclusie van de opstelling zou zijn, had ik niet verwacht, maar het zorgt wel voor meer begrip. Om ervoor te zorgen dat ik het op mijn beurt niet aan mijn kroost doorgeef, moet het patroon doorbroken worden. Door letterlijk uit te spreken dat dit probleem mij niet toebehoort en door het stap voor stap in de handen van de vorige generatie te leggen, breng ik het weer naar waar het hoort. Bij mijn overgrootvader. Al vind ik het ook wat unfair om alles volledig in zijn schoenen te schuiven. Ik ken zijn verhaal niet en ga ervan uit dat het ook ongewild bij hem terechtgekomen is. Na een intense sessie – bereid je voor op heel wat oude emoties die weer komen bovendrijven – praten we nog even na. Of ik nog iets van ongemak voel, vraagt Greet me. En ja, het lijkt wel alsof er iets op mijn maag drukt. Met gesloten ogen moet ik warmte en positieve energie naar die vervelende plek sturen. Als dat gelukt is, vraagt Greet me om te visualiseren dat ik de steen uit mijn lichaam naar de hoek van de kamer duw. Hoewel ik nogal kritisch en nuchter in het leven sta, lukt de visualisatieoefening me wonderwel. Die techniek zou me ook in de toekomst kunnen helpen om beter naar mijn lichaam te luisteren als de drang naar mateloosheid toch de bovenhand dreigt te halen.

HET RESULTAAT?

Zodra de voedingsopstelling erop zit, is het afwachten. Volgens de theorie kan je door onbewuste overtuigingen vanuit het verleden aan te pakken daarna wél verdergaan, zodat je niet meer vastloopt op de moeilijke situaties van vroeger. Ik voel me na afloop in eerste instantie vooral vermoeid. Greet raadt me aan om alles even te laten rusten en niet te veel bezig te zijn met wat er tijdens de opstelling allemaal naar boven kwam. Advies dat ik ter harte neem. Wat wél opvalt is dat ik de dagen daarna makkelijker kan weerstaan aan verleidingen die op de loer liggen. Ik lijk meer te beseffen dat ik zelf de touwtjes in handen heb in plaats van me te verschuilen achter makkelijke excuses. Een eerste stap in de goede richting? Ik hoop het.

Praktisch:
Een individuele voedingsopstelling duurt ongeveer 90 minuten en kost € 110.